Bij het bouwen van een eengezinswoning of dienstgebouw dient rekening gehouden te worden met de huidige technische en bouwkundige voorschriften. Om de faciliteit te openen, moet aan de toepasselijke bouwvereisten worden voldaan. Onder alle voorwaarden vindt u ook brandvoorschriften. Wat is brandbeveiliging? Wat zegt de wet over brandbeveiligingsvoorschriften in de bouw?
Als u renovatie of interieurafwerking plant, gebruik dan de dienst Zoeken naar een aannemer die beschikbaar is op de website van Bouwcalculators. Na het invullen van een kort formulier krijgt u toegang tot de beste aanbiedingen.

Relevante brandwet- en regelgeving
Wettelijke basis voor brandbeveiligingsvoorschriften in de bouw
De actuele technische en constructieve voorschriften op het gebied van brandbeveiliging zijn te vinden in de desbetreffende rechtshandelingen. De principes van brandbeveiliging worden voornamelijk geregeld door de wet van 24 augustus 1991 betreffende de brandbeveiliging (Journal of Laws 1991 No. 81 item 351). Dankzij deze wet kom je erachter wat brandbeveiliging nu echt is. Op grond van artikel 1 is het het treffen van maatregelen ter bescherming van mens, eigendom en milieu tegen en tijdens brand.
Een aanvullende wettelijke regeling is de verordening van de minister van Binnenlandse Zaken en Bestuur van 7 juni 2010 betreffende de brandbeveiliging van gebouwen, andere constructies en gebieden (Staatsblad 2010, nr. 109, item 719). Beide rechtshandelingen vormen de basis voor de handhaving van bouweisen in relatie tot de beginselen van brandbeveiliging.
Parameters die de voorwaarden voor brandbeveiliging bepalen
Er zijn basisparameters gedefinieerd die de basis vormen voor het creëren van brandbeveiligingseisen voor bepaalde objecten. Denk hierbij aan de vuurlastdichtheid, het aantal verdiepingen, explosiegevaar of de oppervlakte van het gebouw. De huidige technische en constructieve voorschriften maken in het kader van de brandvoorschriften onderscheid tussen 3 typen constructies.
- ZL-gebouwen zijn alle residentiële en collectieve woonvoorzieningen, evenals voorzieningen van openbaar nut
- IN gebouwen zijn vee gebouwen
- PM-gebouwen zijn grootschalig, d.w.z. productie- en magazijnfaciliteiten
Een belangrijk element van brandbeveiliging is ook de bepaling van de brandklasse en de brandwerendheid. Brandvoorschriften omvatten 5 weerstandsklassen. De schaal begint met klasse A, dat wil zeggen de hoogste weerstand. Klasse E is de laagste klasse, daarom dienen investeerders of gebouwbeheerders te voldoen aan bouweisen. Het is duidelijk dat het om financiële redenen niet altijd mogelijk is om de hoogste brandwerendheidsklasse te verkrijgen, maar in dit geval moet het gebouw worden uitgerust met extra brandbeveiligingsapparatuur.
Principes van brandbeveiliging in commerciële gebouwen en meergezinswoningen
Brandvoorschriften verschillen niet veel in eengezinswoningen en in grote servicefaciliteiten, magazijnen of in meergezinswoningen. Beheerders of eigenaren van deze laatste groep voorzieningen moeten aan bepaalde eisen kunnen voldoen. Een van de belangrijkste regels is om een brandblusser en andere brandbestrijdingsmiddelen te hebben en deze in volledige technische efficiëntie te houden, zodat ze op elk moment kunnen worden gebruikt.
Een ander element van brandbeveiliging in gebouwen is de installatie van brandschakelaars in overeenstemming met de huidige technische en constructieve voorschriften. Bij brand is het van belang dat gebruiksaanwijzingen en noodtelefoons op prominente plaatsen worden opgehangen. Alle markeringen moeten in overeenstemming zijn met de Poolse normen.
De eigenaar of beheerder van het gebouw is verplicht de medewerkers het brandreglement te overhandigen. Het is essentieel dat er voor iedereen in het gebouw een vluchtroute is in geval van brand. De hele faciliteit en de omgeving moeten klaar zijn voor een reddingsoperatie. Als je op zoek bent naar meer advies, kijk dan ook eens artikelen over brandbeveiliging hier verzameld.

Brandbeveiliging in eengezinswoningen - voorwaarden
Bouwvereisten en brandvoorschriften
In het geval van eengezinswoningen zijn bouwvoorschriften of brandvoorschriften over het algemeen vergelijkbaar, hoewel ze op kleine details kunnen verschillen. Eengezinswoningen vallen niet onder bouwkundige eisen op het gebied van brandwerendheidsklassen. Het is belangrijk dat het vuur zich niet te snel uitbreidt en niet overslaat naar aangrenzende woningen. Bij brand moet u de woning snel evacueren.
Een van de eerste voorwaarden voor brandbeveiliging is dat het gebouw gewoon op het perceel staat. Er moet een minimale afstand van 8 meter zijn tussen stallen of stallen. Er is echter een uitzondering op deze regel. Als de dichtstbijzijnde muur geen ramen heeft, kan deze afstand worden teruggebracht tot 3 meter, en zelfs tot 1,5 meter als de gemeente een lokaal bestemmingsplan of bouwvoorwaarden heeft. Bij een bosrand dient de afstand tot de woning minimaal 12 meter te zijn.
Als het aangrenzende perceel niet is ontwikkeld, volstaat het om een afstand van 4 meter tot de dichtstbijzijnde muur van het gebouw te laten (3 meter bij afwezigheid van ramen). Bij een zeer smal perceel tot 16 meter kan het gebouw op de perceelgrens worden opgetrokken, maar moet een brandscheidingswand worden opgetrokken van materialen met een hoge weerstandsklasse. Deze vind je bijvoorbeeld in rijtjeshuizen of in twee-onder-een-kapwoningen.
Verplichtingen van de belegger en bewoners van een eengezinswoning op het gebied van brandveiligheidsvoorschriften
Na een goede bouw en afwerking van een eengezinswoning dient de brandweer op de hoogte te worden gebracht van het mogelijke gebruik van het gebouw. De Rijksbrandweer is verantwoordelijk voor de toetsing van de overeenstemming van het bouwontwerp met de feitelijke staat. Bij een negatief oordeel over de brandveiligheidsomstandigheden dient de Brandweer deze informatie te verstrekken aan de Inspectie Bouwtoezicht. Als het oordeel echter positief is, wordt de ontvangen brief bij alle documenten gevoegd om de voltooiing van de bouw te melden.
In een eengezinswoning is het niet toegestaan brandbare of explosieve materialen op te slaan die niet bedoeld zijn voor huishoudelijk gebruik. Tussen de brandbare woningen en de schakelapparatuur, kabels en stopcontacten dient een minimale afstand van 50 cm te worden aangehouden. De vluchtroute moet vrij zijn van onnodige meubels of andere apparaten. Voor de zekerheid dient u regelmatig water-, elektra-, gas- en verwarmingsinstallaties te controleren. Het is de verantwoordelijkheid van de bewoners om ervoor te zorgen dat de sanitaire installaties in goede staat verkeren.