Rechten en plichten van een lid van een wooncoöperatie

De taak van elke wooncoöperatie is het uitvoeren van activiteiten in het algemeen belang van haar leden. Het goed functioneren van een coöperatie vereist een gecoördineerd werk van alle besluitvormende organen. Het is de moeite waard om te weten dat elk lid van een wooncoöperatie een catalogus van rechten en plichten heeft. We zullen hun reikwijdte en juridische bronnen beschrijven in het onderstaande artikel.

Bent u op zoek naar een renovatieteam? Vul dit formulier in en ontvang aanbiedingen van bewezen bedrijven!

Bronnen van rechten en plichten van een lid van een wooncoöperatie

De basis voor de rechten en plichten van een lid van een wooncoöperatie zijn de bepalingen van de wet van 15 december 2000 op de woningbouwcoöperaties. Een belangrijke rechtshandeling die een catalogus van rechten en plichten oplegt, is ook de wet van 16 september 1982, Wet op de coöperatie. De bepalingen in deze wetten vormen de basis voor de vestiging van het statuut van een coöperatie. Het statuut is een aanvullende rechtshandeling die de taken, de organisatiestructuur en de specificiteit van de werking van de coöperatie regelt. Vermeldenswaard is dat alle rechten en plichten van een coöperatielid in de wettelijke bepalingen moeten worden vastgelegd.

Wie kan lid worden van een wooncoöperatie?

Het antwoord op deze vraag is te vinden in de bepalingen van artikel 3 van de Wet op de woningbouwcoöperaties. Een natuurlijke persoon kan lid zijn van een coöperatie, ook als hij of zij niet handelingsbekwaam is, of deze activiteit zou beperkt zijn. Ook rechtspersonen kunnen lid zijn. Echter, met dien verstande dat zij geen coöperatief, huurdersrecht hebben op een flat.

Lid van een wooncoöperatie kan iedere persoon zijn die:

  • Het heeft een coöperatie, eigendomsrecht op onroerend goed.
  • Het heeft een coöperatief, huurdersrecht op onroerend goed.

Het recht op lidmaatschap van een wooncoöperatie heeft ook de echtgenoot van de eigenaar van het appartement.

In februari 2015 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat een lid van een woningcorporatie niet iemand kan zijn die geen recht heeft op een flat.

Basisrechten van een lid van een wooncoöperatie

Alle leden van de coöperatie hebben rechten op basis van gelijkheid. Hieronder zetten we de belangrijkste op een rij:

Deelname aan een algemene vergadering of ledenvergaderingen van een wooncoöperatie. Elk lid van de coöperatie dient persoonlijk deel te nemen (tenzij het statuut de aanstelling van een gevolmachtigde toestaat). Bij de stemming heeft elk lid één stem, ongeacht de waarde van de gehouden coöperatieve aandelen. Een lid van een coöperatie kan conceptbesluiten en wijzigingen op bestaande besluiten indienen. Het heeft ook het recht om te kiezen en verkozen te worden in de bestuursorganen van de coöperatie.

Ieder lid van de coöperatie heeft tevens het recht een algemene vergadering bijeen te roepen, waarbij de goedkeuring van minimaal 1/10 van de leden is vereist. Zij kan op de algemene vergadering verzoeken om aanvragen die betrekking hebben op de activiteiten van de coöperatie in behandeling te nemen.

Een belangrijk voorrecht is ook de mogelijkheid om gebruik te maken van de voordelen van de coöperatie, die in het statuut zijn beschreven. Ieder lid heeft tevens het recht het lidmaatschap op te zeggen en toegang te krijgen tot de interne documenten van de coöperatie (statuten, lustratierapporten, jaarrekeningen, met derden gesloten contracten, besluiten vastgesteld door het bestuur van de coöperatie, etc.).

Taken van een coöperatielid

De belangrijkste taak is het naleven van de rechten vervat in rechtshandelingen en het statuut van de coöperatie. Ieder lid dient zorg te dragen voor het welzijn van de coöperatie en haar in staat te stellen haar wettelijke taken uit te voeren. Het is onvervreemdbaar om het inschrijfgeld te betalen. Het bedrag varieert afhankelijk van de coöperatie. De wet op de woningcorporaties bepaalt echter dat het maximumbedrag van het inschrijfgeld niet hoger mag zijn dan het door de minister van Arbeid aangekondigde laagste salaris.

Een persoon die een coöperatief recht op huisvesting aanvraagt, moet een huisvestingsbijdrage betalen. Het bedrag is afhankelijk van de statusrecords.

Een andere verplichting betreft het tijdig dekken van kosten die ontstaan ​​als gevolg van:

  • Exploitatie van het pand (vuilnisophaling, levering van nutsvoorzieningen).
  • Bediening van het gemeenschappelijke deel van het pand (bijv. trappenhuisverlichting)
  • Exploitatie van onroerend goed dat eigendom is van een coöperatie (deze kosten zijn inclusief het onderhoud van pleinen of een speeltuin voor kinderen).

De leges dienen tijdig te worden betaald en gelden ook voor alle verhuurders die geen lid zijn van de woningbouwvereniging. De hoogte van de vergoedingen is gelijk voor alle vastgoedgerechtigden (al dan niet lid van een coöperatie).

Verplichting tot het ter beschikking stellen van de lokalen

Elk lid van de coöperatie en de eigenaar van het pand is verplicht zijn eigendom ter beschikking te stellen in de situaties voorzien in artikel 6 van de Wet op de woningcorporaties. De genoemde situaties zijn onder meer:

Pech die schade veroorzaakt of waarschijnlijk schade zal veroorzaken. In dit geval is de eigenaar verplicht het pand ter beschikking te stellen om de schade te verwijderen (en alleen voor de duur van de reparatie).

Na voorafgaande afspraak van de datum van terbeschikkingstelling in geval van:

  • Periodieke inspecties van de technische staat van het pand.
  • Het bepalen van de omvang van de werken en de uitvoering ervan.
  • Voer een ad hoc technische inspectie van het pand uit.
  • Vervangende uitvoering door coöperaties van werkzaamheden van de eigenaar van het pand (ongeacht of hij lid is van de coöperatie of niet).

De verplichting tot het ter beschikking stellen van het pand omvat ook de noodzakelijke renovatie, verbouwing of modernisering van het gebouw door de coöperaties.

Verplichting om het pand te verlaten

Na het verstrijken van de juridische eigendom van het appartement is de bewoner verplicht het te verlaten (ongeacht of hij lid was van een woningcorporatie). De wettelijke termijn voor het verlaten van het pand dient in de statuten van de coöperatie te worden vermeld. Volgens artikel 7 van de Woningcorporatiewet mag de termijn echter niet korter zijn dan drie maanden. De coöperatie hoeft geen vervangend appartement te regelen. Haar enige verplichting is de verrekening met een lid van de coöperatie, de betaling van het inschrijfgeld en de betaling van alle openstaande schulden.

Wat is nog meer de moeite waard om te onthouden?

Bovenstaande rechten en plichten van een wooncoöperatielid vormen geen volledige opsomming. Sommige voorrechten en verplichtingen vloeien rechtstreeks voort uit het statuut van de coöperatie of haar interne besluiten. Daarom is het de moeite waard om kennis te maken met hun dossiers. We mogen ook niet vergeten dat sommige (vooral financiële) verplichtingen ook gelden voor alle eigenaren van het pand die geen lid zijn van de coöperatie. Onwetendheid over de verplichtingen die coöperaties opleggen, ontslaat hen niet van het nakomen ervan.

wave wave wave wave wave